Gezelli, soep op zondag
met daarbij onze gulle lach
Later werd de soep heel heet gegeten
met gezichten daarbij zo verbeten
Lange tijd deden we het zonder soep,
in mijn nachtmerries hoorde ik vaak je roep
De jaren kwamen en gingen
zonder dat ik het wist wisselde je zelfs ringen!
JIJ plots terug voor m’n neus
Ik herkende je eerst niet, was je het heus?
Je woorden van spijt en “op zondag eet ik soep met de kids en metgezel”,
zoals vroeger bij jou “weet je nog wel?”
Die ene zin deed me je even vergeven
al het verdriet dat je veroorzaakt hebt in het verleden.
Fleur (voor F.)