Als ik een miljoen bezat
gaf ik jou een reuzetaart
en een vol jenevervat.
Want jij bent dat zeker waard.
Voor de koude, grijze dagen
kocht ik jou een paraplu.
En een hele dure wagen
gaf ik met plezier aan u.
Maar ik kan geen cent bekomen
door te dichten en te dromen.
Daarom doet mijn hart z’n plicht
met een dankbaar, klein gedicht.
( voor de verjaardag van m’n pa,
toen was ik 12 of 13 jaar. )
Sarah
2011